Recent stemde De EU in met het bijgewerkte voorstel van de Commissie om de emissienormen voor plug-in hybrides (PHEV) tegen 2025 te verscherpen. Dit om de standaard aan te passen aan de werkelijke hoeveelheid CO2 die ze uitstoten op de weg, soms drie keer meer dan wat aangenomen wordt.
De zogenaamde ‘utility factor’, die gebruikt wordt om het aandeel van elektrisch rijden te berekenen om de CO2-uitstoot in te schatten, zal tegen 2025 aanzienlijk worden verminderd, op basis van gegevens die verzameld zijn uit brandstofmeters aan boord. Deze ‘nutsfactor’ zal tegen 2027 volledig afgestemd zijn op hoe PHEVs in de echte wereld presteren.
Elektrisch rijden
Discussies over de daadwerkelijke CO2-uitstoot van PHEV’s zijn al jaren aan de gang. Recente studies van het Fraunhofer Instituut en de milieudenktank International Council for Clean Transportation (ICCT) tonen aan dat particuliere PHEV’s gemiddeld drie keer meer CO2 uitstoten op de weg dan de officiële WLTP-cijfers aangeven.
De reden is dat er minder puur elektrisch gereden wordt dan aangenomen. De ICCT-onderzoeken maakten gebruik van emissiegegevens van meer dan 100.000 plug-in hybrides uit databases van bedrijfswagens of van websites voor consumenten voor het registeren van werkelijk verbruik.
Voor bedrijfswagens is dit zelfs vijf keer meer. NGO Transport & Milieu (T&E) zegt dat slechts 11 tot 15% van de kilometers elektrisch gereden worden, terwijl officieel aangenomen werd dat dit rond 70 tot 85% ligt.
Nep of fake hybrides
Vooral in het begin van hun verschijning namen mensen die dure PHEV’s kochten voor het belastingvoordeel vaak niet eens de moeite om op te laden. Vandaar dat ze vaak als ‘nep hybrides’ bestempeld werden. Dat leidde in 2020 tot nieuwe, strengere eisen voor PHEV’s in België. De CO2-uitstoot van PHEV’s moet minder zijn dan 50 g/km en de capaciteit van het batterijpakket moet voldoende zijn: 0,5 kWh per 100 kg autogewicht.
Maar voor de autofabrikanten was de mist rond de werkelijke emissiecijfers van PHEV’s tot nu toe een mogelijkheid om de gemiddelde emissiedoelstellingen voor het wagenpark te halen. Om een hybride auto binnen de EU-normen te laten meetellen als een lage CO2-uitstoot, moet deze minder dan 50 gram CO2 per kilometer uitstoten. Om aan dat cijfer te voldoen, moet een PHEV, volgens de milieugroeperingen, wel 70% van de afstand elektrisch rijden.
In verschillende Europese landen overtreft de verkoop van plug-in hybrides nog steeds die van volledig elektrische auto’s. In 2021 was er een gemiddelde stijging van 71% van PHEV’s in Europa, met meer dan een miljoen verkocht. In 2035 zullen in de EU geen nieuwe PHEV’s meer worden verkocht omdat tegen dan alleen nog emissievrije auto’s toegestaan zullen zijn. Dat laatste werd vorige week overeengekomen door de 27 lidstaten, ondanks de pogingen van lobbygroepen om plug-in hybrides vrij te stellen.
Metingen aan boord
Een logische oplossing om de kloof tussen WLTP-laboratoriumtestresultaten en daadwerkelijke rijemissies te dichten, is de meting van het brandstof- of elektriciteitsverbruik aan boord, verplicht in elke nieuwe auto in de EU sinds januari 2021.
De door de fabrikanten verzamelde data zullen in 2024 gebruikt worden om tegen 2025 een nieuwe, lagere en meer realistische ‘utility factor’ voor PHEV’s te bepalen. In 2027 zal deze nutsfactor volledig in lijn liggen met de werkelijke emissies.
